Je winkelwagen is momenteel leeg!
Politiek vindt niet plaats
Gefeliciteerd, er is geen politiek! Ja, ga er maar eens lekker voor zitten. Ter viering van deze gelegenheid trekken wij een blik Jean Baudrillard open.
Laten we er maar niet moeilijk over doen: de kans dat je Baudrillard (spreek uit: Bau-drie-aah) kent, is klein. En als je zijn naam al eens voorbij hebt zien vliegen, dan is dat waarschijnlijk doordat je vader zich in de jaren ‘90 eens voornam zondag-familiedag zo lui mogelijk te besteden, door met jou de zoveel-tig-ste herhaling van The Matrix te kijken (waarvan de regisseurs zich – een soort van – hebben laten inspireren op Baudrillards’ werk).
Socioloog, check. Frans, check. Cultuurcriticus, check check. Dit belooft wat. Zie Baudrillard als de betere versie van je vader, met een onbedwingbare neiging om scherpe analyses te schrijven over maatschappij, massamedia en (pop)-cultuur. Of hij nu de gehele Verenigde Staten gelijkstelt aan Disneyland of beargumenteert dat de Golfoorlog (1990-1991) helemaal niet heeft plaatsgevonden – voor wie snakt naar duidelijkheid over de tijd waarin wij leven is intellectuele papa Baudrillard extreem relevant.
Waarom dat, waarom dan?
De maatschappij anno nu: Baudrillard vliegt er met dubbel-gestrekt been in. Zijn kritiek: wij leven niet meer in de werkelijkheid, maar in een door beeldcultuur gecreëerde illusie van de werkelijkheid. Een kind wat in deze tijd wordt geboren, ziet een continue stroom flitsen van kinderprogramma’s waarin bananen worden gesimuleerd (belangrijk woord, onthouden), voordat het ooit een echte banaan ziet.
Op zichzelf nog geen totale ramp, dacht het Collectief. Je verliezen in gesimuleerde realiteit is nu eenmaal machtig leuk. Films vol bedachte karakters met gefingeerd gedrag? Leuk. Euro Truck simulator II, een game waarin je als virtuele vrachtwagenchauffeur de het virtuele asfalt van Europa afslingert? Mooi! Maar dan komt de dag: Je kleine broertje haalt zichzelf uit zijn scherm en beeldt voor je neus een meme uit. Twee vijftienjarigen reizen af naar Area 51 voor een viral video. Er is iets gebeurd.
Er is hyperrealiteit
Baudrillard stelt dat onze maatschappij gevangen zit in hyperrealiteit: Op dit moment kunnen mensen het onderscheid tussen realiteit en een gesimuleerde realiteit niet meer maken. Fictie en wat ‘echt’ is, is zo naadloos met elkaar verweven, dat het onduidelijk is waar het één begint en het ander eindigt. Ter illustratie haalde Baudrillard eens de ervaring van een vliegtuigcrash aan. Vraag mensen zich zo’n situatie voor te stellen en je wordt overspoeld met dezelfde verhalen: paniek, ‘brace-posities’, rook, verwrongen metaal – misschien zelf een kleine zijsprong naar hoe ze zichzelf zouden redden of een morele les over hoe mensen zich in crises egoïstisch zijn en zonder tranen voor zichzelf zullen kiezen.
De grap (1): een absoluut verwaarloosbaar gedeelte van de mensheid heeft zo’n crash meegemaakt en overleefd en hun ervaring is niet breed uitgemeten. De grap (2): onze voorstelling van zo’n vliegtuigramp en de keuzes die we hypothetisch maken komen voort uit een door filmregisseurs bedachte situatie. Het is een simulacrum dat zichzelf van film tot film, mens tot mens, kopieert.
‘The Gulf War did not take place’
In 1990 was op schermen over de wereld te zien hoe Saddam Hoessein buurland Koeweit binnentrok. Een verpleegster moest door haar tranen heen aan het Amerikaanse Congres beschrijven hoe Iraakse soldaten daar de baby’s uit couveuses trokken en hen lieten sterven op de koude stenen vloer van een ziekenhuis. Heisa, verontwaardiging, ‘kan niet’, ‘mag niet’. De publieke opinie kantelde en de VS lobbyde zich een internationale coalitie bij elkaar en stonden met VN-mandaat (en tanks) voor de deur.
Baudrillard krabde zich tijdens dat alles achter de oren en vond daar een pen met genoeg inkt voor drie essays, bekend onder de titel ‘The Gulf War did not take place’. Zijn we oppervlakkig, dan zeggen we dat Baudrillard’s papieren vinger wees naar de macht van media-representatie: Amerikanen die de ontwikkelingen van een afstand volgden kregen een strak media-dieet om hun mening op te baseren. Live-interviews met heroïsche Amerikaanse soldaten, een geënsceneerde strijd die (hoe kan het ook anders) perfect werd neergezet als een strijd tussen moreel en immoreel, bevrijder en tiran.
De echte strijd, aldus Baudrillard, was die tussen de werkelijkheid en de simulatie. Bestaat er nog wel een verschil tussen wat zich in Koeweit of Irak afspeelde en de laag gesimuleerde realiteit die eromheen wasemt? ‘Non’, aldus Baudrillard zelf: de twee werkelijkheden zijn zo nauw met elkaar verweven dat ze niet uit elkaar kunt houden. Die verwevenheid legt direct de logica achter het hele conflict bloot: de Verenigde Staten waren nooit op zoek naar moraliteit, bevrijding, of internationale orde. Het doel, aldus père Baudrillard, was het versterken van het beeld van Amerikaanse (militaire) macht. De Amerikaanse politieke machine koos een militair zwakkere tegenstander uit de grabbelton, om deze te gijzelen, te onthoofden en daarna huiswaarts te marcheren. Dit was geen oorlog, dit was image-building (nodig om de publieke opinie te genezen van wat Bush Sr. het Vietnamsyndroom’ noemde).
Clausewitz schreef ooit dat oorlog, ‘a continuation of politics pursued by other means’ is. Je zou kunnen stellen dat voor de Golfoorlog het tegenovergestelde gold. Daar was oorlog ‘an absence of politics pursued by other means’.
Politiek vindt niet plaats
Baudrillard ontkent met zijn essays over hyperrealiteit niet dat alle gebeurtenissen rondom de Golfoorlog nooit werkelijk hebben plaatsgevonden. Zijn punt is dat ze als simulaties aan ons zijn verschenen – simulaties waar wij onze keuzes op baseren.
Nu is het politiek prijsschieten! Hoezee! Wie begrijpt dat de architectuur van onze ideeën zonder link/verwijzing/behoefte aan de werkelijkheid gecreëerd wordt, gekopieerd wordt en nergens anders aan te toetsen is, kan allerlei vossenstreken uithalen. “Nederland Islamiseert en jij bent bang!” Of deze doet het al eeuwen heel goed: “Kom in verweer, er is een aanval gaande op de Westerse waarden!”
Ernstig, maar het kan erger. Het allervervelendste is de neiging van simulaties om zichzelf te kopiëren. Vaak vergeten door fans van Baudrillard, hogepriester van het postmodernisme: ook onze media, politieke partijen en organisaties moeten de stroperige laag hyperrealiteit doorwaden: “Terrorisme bestaat en is eng, buitenlanders mogen hier liever niet wonen, Nederland is een kei gezellig land want we dit jaar weer meer spullen verkocht. :)”
Lachen om Amerikanen in 1990 is altijd leuk, maar als we onze politiek-en-media-menukaart openslaan worden we even goed getrakteerd op simulaties en kopie-politici die de wereld nog steeds duiden aan de hand van politieke theorie die decennia oud is, zo nu en dan weer eens smakelijk gemaakt met een opstootje of iemand die vindt dat hij ‘de gevestigde orde’ uitdaagt. De collectivisten weten: non, non, in Nederland vindt geen politiek plaats.